Quotuminlevering GSC
Quotuminlevering
Om de productie van groene stroom te ondersteunen, heeft het Brusselse Gewest een markt van groenestroomcertificaten ingevoerd. De vraagzijde van deze markt wordt vastgelegd door quota van groenestroomcertificaten die de elektriciteitsleveranciers moeten bereiken.
Ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale - article 28 § 2
“Elke leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan BRUGEL een aantal groenestroomcertificaten dat overeenstemt met het product van het jaarlijkse quotum dat hem wordt opgelegd krachtens deze paragraaf, door het totaal van de leveringen aan in aanmerking komende klanten gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgedrukt in MWh en verricht in de loop van het jaar, te delen door 1 MWh. “
“Elke leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan BRUGEL een aantal groenestroomcertificaten dat overeenstemt met het product van het jaarlijkse quotum dat hem wordt opgelegd krachtens deze paragraaf, door het totaal van de leveringen aan in aanmerking komende klanten gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgedrukt in MWh en verricht in de loop van het jaar, te delen door 1 MWh. “
Het wordt regelmatig herzien door de overheid om een evenwicht te garanderen tussen het aanbod en de vraag naar groenestroomcertificaten.
De laatste herziening dateert van 18 januari 2024. (Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vastlegging van de quota van groenestroomcertificaten voor het jaar 2013 en volgende)
Praktische modaliteiten
De praktische modaliteiten van de quotuminlevering worden uiteengezet in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene stroom, en meer bepaald in de artikels 30, 32 en 33:
Vóór 31 januari van elk jaar delen de leveranciers aan BRUGEL de cijfers mee betreffende de leveringen die ze het voorgaande jaar hebben verricht voor in aanmerking komende afnemers gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze cijfers worden vergeleken met de beschikbare gegevens bij de netbeheerders die gebruikt werden voor de facturatie van de diensten voor de toegang tot de netten;
Uiterlijk tegen 28 februari gaat BRUGEL over tot de berekening en mededeling aan elke leverancier van het aantal groenestroomcertificaten dat hij moet indienen, overeenkomstig artikel 28, § 2 van de ordonnantie;
Uiterlijk op 31 maart moeten de leveranciers aan BRUGEL laten weten - via ons Extranet - welke groenestroomcertificaten (van die op de rekening) in rekening moeten worden gebracht voor de naleving van hun verplichtingen, en de inleveringsoperatie uitvoeren via het Extranet.
Opgelet: Enkel de door BRUGEL uitgereikte GSC zijn geldig om te voldoen aan de quotuminleveringsverplichting.
In geval van gedeeltelijke of volledige niet-nakoming van de quotuminleveringsverplichting zal een administratieve boete van 100 € per ontbrekend certificaat opgelegd worden.
Kosten van het systeem
Aangezien de aankoop van groenestroomcertificaten een bijkomende financiële last vertegenwoordigt voor de leveranciers, verhalen zij de kosten van hun wettelijke verplichting op al hun eindklanten. Deze kosten worden op de facturen van hun klanten vermeld onder ‘groenestroombijdrage’. Alle verbruikers betalen deze som dus aan hun elektriciteitsleverancier, ongeacht of ze al dan niet zelf groene stroom produceren.
Hoe dan ook, de maximale kostprijs van het systeem is goed gekend. Hij is het product van het totale aantal GSC dat de leveranciers moeten inleveren om hun quotumverplichting te vervullen en de maximale kostprijs per GSC, die overeenstemt met de prijs van de boete van € 100 per ontbrekend GSC. Door dit te ontwikkelen leidt men af dat de maximale kostprijs van het systeem voor de consument, uitgedrukt in € per opgenomen MWh, gelijk is aan het product van het quotum en de boete. Aangezien de quota gekend zijn tot 2030, kan hieruit ook de maximale kostprijs van het systeem worden afgeleid; deze wordt weergegeven in de figuur hieronder.
In 2024 zal de maximale bijdrage aan het systeem overeenkomen met het bedrag van het quotum, dat wil zeggen 26,7% vermenigvuldigd met het aantal verbruikte MWh. Voor een klant die 2 MWh verbruikt (gemiddelde Brusselse klant), zal deze maximale kost dus 53,4 euro per jaar bedragen (+ 21% BTW).